Gepubliceerd op: wo, jun 18th, 2014

Achter de kerk plassen

Het verwerven van kennis, of het nu over geschiedenis of actuele zaken gaat, is afhankelijk van een overheid. Als de overheid wil dat wij iets wel of niet te weten komen, dan slaagt zij daar veelal in. Dat begint al op school, waar de kinderen nu bijvoorbeeld wordt wijsgemaakt dat wanneer wij in Nederland niet ‘groen’ of ‘duurzaam’ zijn, de hele wereld gedoemd is ten onder te gaan. Nu maakt Nederland slechts 0,07% van het aardoppervlak uit en bouwen de Chinezen iedere maand twee (!) nieuwe kolencentrales, maar toch trappen we er allemaal in. Op televisie of radio is het niet anders. Onthoudt alleen dat de gehele publieke omroep in Nederland wordt bekostigd uit belastingopbrengsten. Drie keer raden wiens woord die media prediken….. Vergis u ook niet in kranten. Niet zelden bevolken de prominente partijachterbannen de redacties van de grote bladen en zij schrijven geheel politiek correct op wat de partij wenst. Dan hebben zij de volgende dagen namelijk gegarandeerd weer ‘nieuws’.

logotonHet is toch een rare gewaarwording voor een geboren Nederlander als ik: iets niet weten over een gebied wat honderden jaren deel heeft uitgemaakt van het Koninkrijk der Nederlanden. Karel de Grote, Willem van Oranje en Napoleon waren natuurlijk regelrechte tophits in de geschiedenislessen op school. Piet Hein was een zeeheld, alleen weten we nu dat hij een kaperbrief bij zich had: ook nog een zeerover dus. Sterker: Nederlandse kinderen weten meer van massamoordenaars als Hitler, Stalin en Mao, dan van ‘de Oost’. Het gebrek, zo realiseer ik mij nu, is vooral het gevolg van de relatieve ‘versheid’ van de kwestie toen ik naar school ging. Ik ben van 1956 en toen ik in 1962 op de Lagere School aantrad, was er inzake die regio immers nog volop ruzie tussen iedereen met iedereen. Iets dergelijks moet ook de huidige generatie Nederlandse politici zijn overkomen, want wie het met hen over Nieuw Guinea of Ambon heeft ziet een wazige blik in hun  ogen verschijnen. Daarnaast is het politiek veilig om met afschuw en een naargeestige blik over het koloniale verleden van ons land te spreken. Doe je dat niet op die manier, dan sta je als doorgeblunderd politicus binnen de kortste keren de kluit te belazeren als directeur van een woningbouwcorporatie of iets dergelijks.

Maar eerlijk gezegd wordt ik niet achtervolgt door het koloniale verleden van Nederland, terwijl u misschien vindt dat ik dat als ‘belanda’ wel behoor te doen. Toch heb ik er een goede reden voor en er een groot voorbeeld bij:

Toen de beroemde Duitse voetballer Franz Beckenbauer tijdens de finalewedstrijd Engeland – West-Duitsland in 1966 het veld van Wembley betrad, werd hij aangesproken door een Engelse voetballer. Deze deelde hem met een woedende blik in de ogen mee dat hij voetballen had geleerd tussen de puinhopen van de door de Duitsers weggebombardeerde stad Coventry en dat hij (Beckenbauer dus) dat op het veld nog wel zou merken. Alhoewel Beckenbauer van de felheid toch wel schrok, wist hij in steenkolen Engels uit te brengen: “Mijnheer, wat een opmerkelijke overeenkomst hebben wij dan. Ik heb het voetballen geleerd tussen de puinhopen van München”.

Zo is het maar net. Wij zijn niet de geschiedenis zelf, maar wij zijn zowel het resultaat ervan als degenen die de geschiedenis kunnen gebruiken in het heden om de toekomst wat beter en plezieriger te maken. Zo goed als Indonesische mensen ooms en tantes kunnen opvoeren die afschuwelijke dingen hebben meegemaakt, zo goed heb ik wel ooms die hun luitenant in de bush terugvonden: op een puntige bamboepaal gespiesd. Of de jonge soldaat die werd teruggevonden buiten het kamp met de foto van zijn verloofde in zijn handen, maar zonder hoofd. Allemaal hebben we ook vast wel het boek ‘Oeroeg’ gelezen of de film gezien en we weten inmiddels dat de Nederlandse geschiedenis ook duistere kanten heeft. Toch is het merkwaardig dat onze overheid afzijdig blijft bij het huidige conflict op West Papoea, waar momenteel een genocide plaatsvind. Afschuw hebben van ons koloniale verleden is prima, maar eigenlijk doet Indonesië momenteel hetzelfde of misschien wel gruwelijker. Dat niet in willen zien of verzwijgen is misschien wel net zo erg als ons koloniale verleden zelf.

De reden dat de Nederlandse overheid er in het binnenland (te)  gemakkelijk mee wegkomt, is het gebrek aan kennis onder de bevolking. Wel is er veel belangstelling voor de ‘Palestijnse zaak’ en de ‘vrijheidsstrijd’ in Syrië en dus is iedereen daar goedgunstig over geluimd. Nu kunnen die beide partijen er ook aardig wat van. Zo kunnen we ons van de Palestijnen heel goed het enorme aantal slachtoffers van hun terrorisme voor de geest halen gedurende de vorige eeuw, maar niemand kan zich een Palestijnse President of Koning herinneren van voor 1948. Dat kan kloppen: Palestijnen bestaan ook pas sinds de Russische Minister van Buitenlandse Zaken Kosygin ze in 1968 uitvond.  De Nederlandse bijvangsten in Syrië bestaan uit enkele honderden Nederlandse koppensnellers die daar actief zijn en na gedane arbeid weer op de goudgerande uitkeringspotten afkomen. De AIVD ontbreekt het aan mankracht om ze in de gaten te houden, maar onze overheid heeft genoeg mensen beschikbaar om tienduizenden motorrijders met een verkeerd jasje aan het leven zuur te maken.

Een overheid die bedriegt is eigenlijk eenvoudig te ontmaskeren. Namelijk door de waarheid te vertellen en vroeg of laat lukt dat. Een overheid die zwijgt en die kinderen het liefst vanaf de peuteropvang tot politiek correcte wezens wil opvoeden met staatsindoctrinatie, is een lastiger tegenstander.

Die overheid kun je om te beginnen met de onbetwistbare geschiedenis om de oren slaan. Nou: dat moet toch goed te doen zijn, anders blijven we een beetje ‘achter de kerk plassen’ uit baldadigheid.

 ====================

Ton Nijhof (1956) is bedrijfskundige in het ICT veld en bestuurslid van het Oud Strijders Legioen (OSL).

Leave a comment | Uw commentaar

Achter de kerk plassen